De start in 1965

Aan de basis van het Zomerfeest liggen toenmalig onderpastoor De Smet, schoolhoofd Omer Verhaeghe en politiecommissaris Theo Van der Jeugd.  Vooral onderpastoor De Smet (op de foto met z'n arm in het gips) voelde de nood om bijkomende financiële middelen  bijeen te brengen om te investeren in de scholen en in andere parochiale infrastructuur (‘de kring’ bijvoorbeeld). 

Voor het idee vond het drietal o.a. inspiratie in Zelzate, waar rond die tijd een eenmalig Zomerfeest plaats vond.  Ze legden hun plannen voor aan pastoor Hubert De Waele. Die was zeer terughoudend en beducht voor het financiële risico. Ook het gemengd karakter (een initiatief van meisjes- en jongensschool samen) deed hem mogelijks aarzelen. Er was overtuigingswerk nodig, maar het drietal kreeg uiteindelijk het fiat van de pastoor om een ‘Vlaamse kermis’ te organiseren.

Het trio zocht medestanders voor een kerngroep en vond die o.a. in de personen van Hector Cuyt, Maurice Van Laere, Georges Delarivière en Elie Notschaele.  Om de stiel te leren bezocht een delegatie in 1965 het parochiefeest in Kolegem (Mariakerke). De feesten rond het Kasteel bestaan er nog steeds (Kollefeesten), met dit jaar de 54ste editie.

Aan de eerste editie van het Zomerfeest in 1966 ging een ganse voorbereiding vooraf, maar de belangrijke basisingrediënten waren al aanwezig: drie dagen feest (zaterdag, zondag en maandag), handelsbeurs, optredens, drank- en eetstanden en de steun van de verenigingen om de verschillende activiteiten te verzorgen.